Ich bevinj mich op plekken wo ich ooit om eemes goof.
Zo begint mijn vrolijk klinkende up-tempo liedje. En gelukkig voelt het ook zo. Ik heb geleerd dat ik dingen los mag laten. Dat ik soms mijn rugzak met alles wat ik meedraag uit mag pakken om vervolgens door te reizen met wat minder zorgen.
Bij de eerste zin denk ik altijd aan belangrijke plekken. Ik groeide op in een dorp en daar ben ik blij mee. Ik had namelijk mijn vaste ‘plekjes’. De enorm lange dijk waar ik met gemak een uur kon hardlopen zonder iemand tegen te komen, de trapjes aan de maas waar niemand je zag maar waar ik wel kon genieten van het geluid van het water. De plekjes waar ik speciale mensen mee naar toe nam. Waar we zaten en meestal niks anders deden dan gewoon maar praten.
En ig veul weer det geveul, det veur dig neet meer hoof.. Dat gebeurde dan meestal als ik verliefd was geweest, de verkering uit was en ik met die ene speciale persoon op dat speciale plekje had gezeten. Ik ging dan expres terug naar dat plekje om dat lege gevoel nog maar wat meer te voelen. Dan kon ik huilen en voelde ik me even vrij.
Ik vraag me af of er meer mensen zijn die dat gevoel kennen. Zo’n gemis wat echt in je buik gaat zitten. Dat gemis wat je er even uit moet huilen.
Het liedje betekent heel veel voor mij. Mijn zoektocht naar wat goed genoeg zijn is probeer ik de laatste tijd namelijk te staken. Het kost zoveel energie om steeds maar bezig te zijn met wat iedereen vindt van wat ik doe of van hoe ik eruitzie dat ik steeds als ik daar weer opnieuw, uit automatisme, mee begin, mijn liedje me helpt om te bedenken dat dat niet helpt. Zoals mijn favoriete schrijfster Brené Brown dat altijd zegt moet ik stoppen met self-sabotage. Erbij horen en goed genoeg zijn is mijn eigen verantwoordelijkheid, niet die van anderen.
En dat is eng. Nog steeds vind ik het doodeng en ongemakkelijk om mezelf te zien op een foto, in een clip of op tv. Onbewust razen de negatieve gedachten door mijn hoofd over afkeuring, perfectie en aanpassing. Maar ik laat het los. Ik besluit om kwetsbaar te zijn. En ja, kwetsbaar zijn is inderdaad onzeker, risicovol en eng. Maar kwetsbaarheid is ook de geboorteplaats voor mijn allerbelangrijkste bezigheid: creativiteit. Zonder kwetsbaar te zijn kan ik geen liedjes maken.